Automobilisten verwaarlozen ruitenwissers
Ruitenwissers worden waarschijnlijk gezien als de meest basale onderdelen van een auto, maar met de herfst in volle gang en de winter in aantocht zijn ze van cruciaal belang voor de verkeersveiligheid. Uit onderzoek van Markteffect in opdracht van BOVAG blijkt dat maar liefst 96 procent van de Nederlandse automobilisten de ruitenwissers te laat vervangt.
De meeste fabrikanten adviseren elke 12 tot 15 maanden deze onderdelen te vervangen, aangezien ruitenwissers zijn gemaakt van rubber en het weer in al zijn facetten effect heeft op de slijtage ervan. Niet alleen intensief gebruik is dus van invloed op de vervangingstermijn. Uit het onderzoek onder 1.026 automobilisten blijkt dat slechts 4 procent de ruitenwissers na een vaste periode vervangt. Tegelijkertijd geeft bijna een kwart aan de voorgeschreven termijn van 12 tot 15 maanden het meest logisch te vinden; opvallend genoeg antwoordt 40 procent “elk jaar voor de winter” en 18 procent zelfs “elk halfjaar”. Desondanks gaan bijna 4 op de 5 automobilisten pas over tot vervanging wanneer strepen op de ruit zichtbaar worden, rare (schrapende) geluiden te horen zijn, het rubber loslaat of wanneer de ruitenwissers bij de APK afgekeurd worden.
Pas bij APK vervangen
24 procent van de respondenten zegt de ruitenwissers pas na APK-afkeur te laten vervangen en dat kan vooral bij nieuwe auto’s voor een verkeersveiligheidsrisico zorgen. De eerste keuring staat voor diesel- en LPG-auto’s immers pas na 3 jaar voor de deur en voor benzineauto’s pas na 4 jaar. De ruitenwisserinstallatie staat dan ook steevast in de top-5 van afkeurpunten bij de APK, evenals banden en verlichting. Ter indicatie van de slijtage zijn veel ruitenwissers voorzien van een stickertje dat geleidelijk van zwart naar geel verkleurt. 59 procent van de automobilisten heeft echter geen idee waar dit hulpmiddel voor dient en 5 procent denkt dat de sticker een indicator is voor de buitentemperatuur.
Voorbereiden op de winter
Ondanks de verwaarlozing van de ruitenwissers, bereidt de Nederlandse automobilist zich wel goed voor op de winter door zelf het ruitensproeierreservoir te vullen met vloeistof inclusief antivries (77 procent) of door dit over te laten aan de garage (15 procent). 1 op de 20 gebruikt echter dezelfde ruitensproeiervloeistof als in de zomer en loopt dus kans op bevriezing van sproeiers en leidingen. Bijna 6 op de 10 respondenten neemt ook maatregelen om te voorkomen dat deurrubbers bevriezen en zegt airconditioning en/of verwarming te (laten) controleren. Ruim twee derde geeft aan dat ook de accu wordt geïnspecteerd in voorbereiding op de winterperiode.