Automobiliteit eenzijdig belast in nieuwe klimaatplannen
BOVAG: “zorg voor maatschappelijk draagvlak en zet in op stimuleringsmaatregelen” De voorgestelde maatregelen in het IBO-klimaatbeleid voor 2030 en 2050 moeten de noodzakelijke CO2-reductie dichterbij brengen. BOVAG ondersteunt dat streven. Echter: de voorstellen raken de automobiliteitssector onevenredig hard. In 2030 komt 1,6 miljard van de in totaal 3,5 miljard kostende lastenverzwaring voor de rekening van de automobilist, terwijl deze maar goed is voor 16% van de CO2-uitstoot. Met deze koers worden met name mensen met een kleine beurs en mensen die afhankelijk zijn van hun auto disproportioneel hard geraakt.
Volgens minister Rob Jetten “kan de klimaattransitie alleen slagen, als ook iedereen hem mee kan maken.” Daar is BOVAG het mee eens. Han ten Broeke, algemeen voorzitter BOVAG: "Als je echt voor robuust maatschappelijk draagvlak wilt zorgen, verleid je mensen tot juiste keuzes en jaag je ze niet hun auto uit. Mensen hebben lang niet altijd een goed alternatief. BOVAG zet in op een effectief stimuleringsbeleid dat zorgt voor rust en voorspelbaarheid in de markt en dat de klimaatdoelen dichterbij brengt."
Stimuleren in plaats van straffen
BOVAG constateert dat de voorstellen voor mobiliteit vooral over ‘straffen’ gaan; autorijden duurder maken en keuzevrijheid inperken. Men laat na om duurzame mobiliteit binnen bereik van de gemiddelde Nederlander te brengen. Van stimuleren is amper of geen sprake in de voorliggende plannen.
Het belasten van uitstoot zou gepaard moeten gaan met het stimuleren van duurzame keuzes, inclusief tekst en uitleg voor de consument. BOVAG pleit daarom in aanvulling op de voorstellen uit het IBO-klimaatrapport voor:
- Een permanente vrijstelling voor de aanschafbelasting (BPM) van EV’s
- Een verlenging van de aanschafsubsidie voor nieuwe en gebruikte EV’s
- Een aantrekkelijke bijtelling voor het zakelijk rijden van EV’s
- Een accijnscompensatie voor hernieuwbare brandstoffen
De gemiste belastinginkomsten als gevolg van deze maatregelen voor de overheid zijn een effectieve investering in de energietransitie en zouden niet (volledig) bij de automobilist zelf moeten worden opgehaald. Ook hier is de balans zoek; op dit moment gaat slechts twee procent van alle overheidsuitgaven aan klimaatbeleid naar mobiliteit. De gemiste inkomsten voor en de extra kosten van de overheid zouden voor een deel uit het Klimaatfonds of de algemene middelen moeten komen.