BOVAG in cassatie inzake uitspraak pensioenpremieverdeling
BOVAG gaat in cassatie tegen het pensioenarrest van 17 mei 2016. Enerzijds heeft die uitspraak duidelijk gemaakt dat BOVAG-bedrijven terecht de door BOVAG geadviseerde ‘oude VPL-premieverdeling’ voor de overgangsrechten hebben gehanteerd over 2014 en 2015. En dat scheelt de werkgevers in de sector veel geld. Anderzijds heeft het Hof geoordeeld dat PMT het recht heeft om de pensioenregeling en -premieverdeling vast te stellen, waarbij het arrest lijkt te zeggen dat PMT mag besluiten om daarin de Vakraad Metaal en Techniek te raadplegen en dat PMT daarin BOVAG kan negeren, omdat BOVAG zélf uit FWT is gestapt. Dat gaat BOVAG nu aanvechten. Het gaat BOVAG om voldoende zeggenschap en invloed ten aanzien van onder meer pensioen om de belangen van de BOVAG-leden zo goed mogelijk te kunnen behartigen. Dat is gezien de aanstaande wijzigingen in het nationale pensioenstelsel van groot belang. Met het sluiten van een nieuwe cao en een terugkeer in de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT) en de Vakraad zou BOVAG die zeggenschap en invloed weer krijgen. Het sluiten van de cao is op een haar na gevild. Echter, zekerheid verkrijgen over terugkeer in FWT en Vakraad lukt niet op korte termijn. Omdat de cassatietermijn half augustus verstrijkt, heeft BOVAG besloten in cassatie te gaan, zodat geen kans verloren gaat om de belangen voor BOVAG-leden te dienen. BOVAG vraagt in cassatie om vernietiging van het arrest van 17 mei zodat er opnieuw uitspraak gedaan moet worden, onder andere over de vraag of BOVAG als sociale partner gehoord moet worden door PMT bij wijziging van de pensioenpremieverdeling.