Type motor
Bij motorrijlessen gebruik je vrijwel altijd dezelfde lesmotor. Dit is een motor met een goede wegligging, waarmee je als beginnende motorrijder een foutje kunt permitteren. Om de motor en jou te beschermen heeft deze valbeugels. Sommige leerlingen vinden het prettig om een soortgelijke motor aan te schaffen na het behalen van het rijbewijs.

Afgesloten oefenterrein
De eerste rijles vindt meestal plaats op een speciaal oefenterrein, waar een rijschool beschikking over heeft. Na een korte uitleg begin je met de voertuigbeheersing, ofwel de basisvaardigheid van het motorrijden. Om straks veilig te kunnen motorrijden leer je de basisbediening zoals: schakelen, remmen, kijktechniek, stuurtechniek en zithouding. Daarnaast leer je twaalf bijzondere verrichtingen die worden uitgezet met behulp van pionnen.

De eerste oefening
Om goed te zitten op de motor moeten je knieën goed aangesloten zitten op de tank. Je stuurt namelijk ook met je knieën mee in de bocht. Je voelt met je zitbotjes dat je contact hebt met de motor. Je moet daar ook kracht op zetten. Nadat je een goede zit op de motor hebt, begin je met een eenvoudige oefening met de koppeling en de gashendel. Daar moet je namelijk gevoel in krijgen.

Daarna oefen je met balans, waarbij je stapvoets met de motor mag rijden. Zo voel je hoe de motor in balans is. Het is belangrijk om al vanaf de eerste les regie te krijgen over de motor. Daarbij moet je meteen bewust worden van het vermogen dat je tussen je benen hebt zitten. En je moet goed leren hoe je dat in bedwang kan houden.

Duur van de eerste motorrijles
Vaak duurt een motorrijles zo’n twee uur. Deze tijd wordt afgewisseld tussen uitleg, oefeningen en korte pauzes. Dan kun je het geleerde even laten bezinken.