Bandenspanning

De juiste bandenspanning is erg belangrijk. Rijden met te harde banden veroorzaakt overmatige slijtage aan het midden van het loopvlak. Rijden met te zachte banden veroorzaakt vooral in bochten veel instabiliteit, omdat de band dan over zijn te zachte wang heen rolt. Verder heeft het nadelige gevolgen voor het brandstofverbruik, de levensduur van uw banden en uiteraard de veiligheid van de inzittenden.
Controleer de spanning altijd bij koude banden. U vindt de adviesbandenspanning van uw auto meestal in het instructieboekje, aan de binnenkant van de klep van de brandstoftank of op de stijl bij het bestuurdersportier. Zodra banden op bedrijfstemperatuur komen, gaat de waterdamp in de lucht iets uitzetten. Daardoor is de spanning van een warme band altijd iets hoger dan van een koude band. Tel 0,3 bar op bij de adviesspanning als u meer dan enkele kilometers heeft gereden.
Het is ook belangrijk dat de bandenspanning van de wielen van dezelfde as, dus links en rechts, precies even hoog is. Bij hoge belasting van de banden, bijvoorbeeld wanneer u iets zwaars vervoert, kan een iets hogere bandenspanning helpen.