Carterventilatie zorgt voor de afvoer van blaasgassen. Vroeger werden deze blaasgassen (ook wel olienevel genoemd) vanuit het carter in de buitenlucht geloosd. Om milieutechnische redenen is het carterventilatiesysteem tegenwoordig een gesloten systeem: de blaasgassen worden teruggevoerd naar het luchtinlaatsysteem. Daarna worden ze als bestanddeel van het brandstof‑luchtmengsel gewoon door de motor 'geconsumeerd'. De slangen van het carterventilatiesysteem zijn gevoelig voor slijtage en moeten dan ook altijd goed worden gecontroleerd.