Auto's met vierwielaandrijving hebben direct na de normale versnellingsbak een zogenaamd centraal differentieel (ook wel tussendifferentieel genoemd). Dat centrale differentieel bevindt zich meestal in het midden van de auto tussen de vooras en de achteras. In het differentieel wordt de door de motor gegenereerde kracht in een vaste of variabele verhouding verdeeld over de vooras en de achteras. Elke as verdeelt zijn deel van de kracht dan weer via een eigen differentieel over de beide aangedreven wielen.