Groot licht is eigenlijk: ongedimd groot licht. Groot licht mag alleen worden gebruikt in het donker buiten de bebouwde kom, en dan nog alleen als er geen voorliggers of tegenliggers te zien zijn. Dit omdat groot licht uw medeweggebruikers kan verblinden. Bij mist mag groot licht niet worden gebruikt. Als u groot licht heeft ingeschakeld, gaat er een blauw controlelampje in het instrumentenpaneel van uw auto branden.
Soms worden nieuwe lampen niet helemaal in de juiste stand in de reflector geplaatst. Hierdoor bestaat de kans dat de koplampen constant groot licht uitstraalt, terwijl het dimlicht (het gedimde groot licht) is ingeschakeld.
Groot licht kan ook worden gebruikt om een waarschuwingssignaal aan een andere weggebruiker te geven, bijvoorbeeld als u een auto wilt inhalen en u twijfelt of deze u heeft gezien (passeerlicht). Dit doet u door door kort aan de bedieningshendel te trekken.