Kinderen tot een lengte van 1,35 m zijn nog te klein om veilig een veiligheidsgordel te kunnen gebruiken. Daarom mogen zij alleen in een goedgekeurd en deugdelijk bevestigd kinderzitje worden vervoerd. Zet bij voorkeur geen kinderzitje vast op de rechtervoorstoel. Bij een ongeluk is de kans op verwondingen daar veel groter, doordat het kind zich voorin binnen bereik bevindt van de zich ontplooiende airbag.
Een kind kan wel veilig op de rechtervoorstoel worden vervoerd als de auto is voorzien van kinderzitherkenning. Ook is het bij sommige auto's mogelijk om met een schakelaar de airbag voor de voorpassagier tijdelijk te deactiveren. Raadpleeg het instructieboekje van uw auto om te zien of een van deze voorzieningen aanwezig is. Bent u daar niet zeker van, neem dan geen enkel risico en plaats het kinderzitje op de achterbank.