Een lager bevindt zich tussen een ronddraaiende as en het (niet-draaiende) onderdeel dat de as ondersteunt. Het lager voorkomt dat beide onderdelen met elkaar in contact komen. Zonder lager zou een as, door wrijving en warmte-ontwikkeling, onmiddellijk vastlopen en kapot gaan. Er zijn veel verschillende soorten lagers, zoals glijlagers, kogellagers en kegellagers.
Bij glijlagers, zoals het krukaslager, wordt olie gebruikt. Tussen de ronddraaiende as en het niet-draaiende onderdeel bevindt zich dan een sterke oliefilm (een dun laagje olie). Het lager voorkomt samen met de oliefilm dat beide onderdelen met elkaar in contact komen. Bij kogellagers en kegellagers wordt vet gebruikt voor de smering.
Een lager kan defect raken door gebrek aan smering, bijvoorbeeld veroorzaakt door een te lage oliedruk. U wordt voor een te lage oliedruk gewaarschuwd door het oliedrukcontrolampje of de oliedrukmeter in het instrumentenpaneel. Zet in zo'n geval meteen de motor af om zware motorschade te voorkomen.