Startonderbreker

Een startonderbreker (ook wel immobilizer genoemd) bemoeilijkt diefstal van een auto. In de autosleutel is een microprocessor (een transponder) aangebracht die communiceert met de auto. Elke keer als de auto wordt gestart, zendt de transponder een nieuwe code. Autoriseert de auto de code, dan kan de auto worden gestart. Zo niet, dan blokkeert de startonderbreking bijvoorbeeld de ontsteking of het brandstoftoevoersysteem en kan de auto niet wegrijden.
Zit er een storing in de startonderbreker, dan knippert er een lampje in het instrumentenpaneel. Bent u uw autosleutel kwijt, dan heeft u een werkende reservesleutel nodig om een nieuwe sleutel te laten maken. De transponder in de sleutel moet namelijk worden gekopieerd.