Een wieldraagarm verbindt het wiel inclusief de wielnaaf met de carrosserie van de auto. Soms gebeurt dit via een subframe. De wieldraagarmen vangen gezamenlijk alle krachten op die tijdens het rijden op de auto werken.
Wieldraagarmen kunnen in lengterichting zijn gemonteerd (langsdraagarmen) en in dwarsrichting (dwarsdraagarmen), maar ook schuin. Door de bovenste en onderste draagarmen een verschillende lengte te geven, kunnen de wielstanden bij het in- en uitveren worden beïnvloed.
Wieldraagarmen zijn meestal opgehangen in rubbers. Die rubbers verslijten, waardoor de wielstand kan veranderen en de auto tijdens het rechtuitrijden naar één kant kan trekken. Draagarmrubbers moeten periodiek gecontroleerd worden bij een erkend autobedrijf.